SV | En dezen hielpen David mede tegen die benden; want alle dezen waren kloeke helden; en zij waren oversten in het heir. |
WLC | בְּלֶכְתֹּ֣ו אֶל־צִֽיקְלַ֗ג נָפְל֣וּ עָלָ֣יו ׀ מִֽמְּנַשֶּׁ֡ה עַ֠דְנַח וְיֹוזָבָ֤ד וִידִֽיעֲאֵל֙ וּמִיכָאֵ֣ל וְיֹוזָבָ֔ד וֶאֱלִיה֖וּא וְצִלְּתָ֑י רָאשֵׁ֥י הָאֲלָפִ֖ים אֲשֶׁ֥ר לִמְנַשֶּֽׁה׃ |
Trans. | 12:22 wəhēmmâ ‘āzərû ‘im-dāwîḏ ‘al-hagəḏûḏ kî-ḡibwōrê ḥayil kullām wayyihəyû śārîm baṣṣāḇā’: |
En dezen hielpen David mede tegen die benden; want alle dezen waren kloeke helden; en zij waren oversten in het heir.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En dezen hielpen David mede tegen die benden; want alle dezen waren kloeke helden; en zij waren oversten in het heir.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!